Kerndoel ME.1:

 

  • Je kunt uitleggen wat dood, levend en levenloos is.
  • Je weet wat de zeven levenskenmerken zijn.
  • Je kunt uitleg geven over de zeven levenskenmerken.

 

  • Ademhaling
  • Beweging
  • Groei
  • Opname van stoffen
  • Stoffen uitscheiden
  • Voortplanting
  • Waarnemen / reageren op prikkels in de omgeving

 

Samenvatting:

 

Biologie betekent: de leer van het leven. Je noemt iets levend als het alle levensverschijnselen (levenskenmerken) vertoont. Een levend wezen noem je een organisme. Een organisme dat geen levensverschijnselen meer vertoont is dood. Iets dat nooit heeft geleefd noem je levenloos. 

 

De natuur bestaat uit zowel levende als niet levende onderdelen. Alle levende onderdelen in de natuur noem je biotisch, voorbeelden hiervan zijn glucose, bloed en schimmels. De niet-levende onderdelen noem je abiotisch, voorbeelden hiervan zijn water, zuurstof en ijzer.

 


Ezelsbruggetje:

Handig ezelsbruggetje voor het onthouden van alle 7 levenskenmerken:

'Als Vader Uitgaat Wordt Vader Goed Bezopen'

 

Ademhalen - Voeden - Uitscheiden - Waarnemen - Voortplanten - Groeien - Bewegen